Nederlandse Taal - Inburgeringscursus Buitenland


Het basisexamen inburgering buitenland bestaat uit drie delen. Het examen wordt volledig afgenomen per computer. U krijgt de uitslag niet direct na het examen. U zal daar enige tijd op moeten wachten. De drie delen zijn Kennis van de Nederlandse samenleving, de toets Gesproken Nederlands en de toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen. Het basisexamen inburgering wordt afgenomen bij de Nederlandse ambassade in uw land.

Deel 1: Kennis van de Nederlandse samenleving - Basisexamen Inburgering

Het examenonderdeel Kennis van de Nederlandse samenleving bestaat uit 30 vragen die gaan over de film Naar Nederland. De film gaat over Nederland. U bekijkt de film thuis. U kunt kiezen uit verschillende talen. De vragen gaan over de film. De vragen tijdens het examen zijn in het Nederlands, u moet in het Nederlands antwoorden. U kunt alle vragen en antwoorden thuis bestuderen. Tijdens het examen op de ambassade moet u 30 vragen beantwoorden.

Deel 2: Toets Gesproken Nederlands - Basisexamen Inburgering

Het examenonderdeel Toets Gesproken Nederlands toetst of u een basisniveau Nederlands beheerst. Dit examenonderdeel toetst alleen spreken en luisteren. U hoeft voor dit examenonderdeel niet te kunnen lezen of schrijven. Er zijn vijf delen met vier soorten opdrachten:
 
- zinnen nazeggen
- korte vragen beantwoorden
- tegenstellingen geven
- zinnen nazeggen
- twee keer een verhaaltje navertellen.

Deel 3: Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen - Basisexamen Inburgering

Het examenonderdeel Geletterdheid en Begrijpend Lezen (GBL) geeft aan of u de Nederlandse taal kunt lezen op niveau A1 van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen.

U krijgt een tekstboekje met de volgende opdrachten:
- woordrijen oplezen;
- zinnen oplezen;
- teksten oplezen;
- zinnen oplezen en aanvullen;
- vragen bij korte teksten beantwoorden.